zondag 19 februari 2012

Veelzijdig in haar soort: 'op zich'


Wanneer je in gesprek bent met een inspirerend persoon en deze per ongeluk de woorden ‘op zich’ laat vallen, dan weet je: dit is foute boel.

‘Heb je zin om gezellig te gaan kamperen in Friesland?’
‘Leuk, op zich…’

Geen directe afwijzing, maar ook geen antwoord op de eigenlijke  vraag. Vrij vertaald kun je echter zeggen dat dit antwoord ‘NEE! ALSBJEBLIEFT NIET!’ betekent. Het is alleen vaak lastig om dit op subtiele wijze te brengen, want de gesprekspartners in kwestie hebben overduidelijk een heel ander beeld bij ‘gezellig’ kamperen op de Friese hooglanden.
Eigenlijk wil ‘op zich’ doorgaans iets zeggen als: het lijkt me helemaal niks, maar ik weet niet goed hoe ik dat moet zeggen, dus geef ik mezelf iets meer tijd om met een zinniger vervolg te komen en daarom vul ik mijn antwoord op met ‘op zich’. In feite is het gewoon tijdrekken. Of beter gezegd: uitstel van executie, want er komt een moment dat je niet meer om harde feiten heen kunt. Het is alleen nog even zoeken naar de juiste woorden.
Je kunt ‘op zich’ natuurlijk ook heel anders gebruiken.

                ‘Meneer Witjes van wiskunde is een sukkel.’
                ‘Ja, op zich!’

In deze vorm is ‘op zich’ een hartelijke bevestiging van dat wat eerder gezegd wordt. Meestal spelen in dit soort gesprekken timing en mimiek een belangrijke rol. Een wisseling van verontwaardigde blikken en een hevig ‘ja’-geknik is niet meer dan gebruikelijk.
                We missen nu alleen de bekendste vorm van de gerenommeerde uiting: de bedenkelijke ‘op zich’.

‘Piet Mondriaan behoort echt tot de Romantiek, vind ik. Wat denk jij?’
‘Op zich is dat helemaal niet zo’n slechte gedachte. Maar ik denk dat zijn werken ook wel passen in het tijdperk van de middeleeuwse kunst…’

De sprekers voeren een nogal hoogstaand overleg en hebben onmiskenbaar kennis van zaken. In dit dialoog is ‘op zich’ noch hartelijk, noch afwijzend. Het fungeert als een op zichzelf staande overweging en toont de zogenaamde intellectualiteit van beide personen (al valt over de  intellectualiteit van deze kwibussen nog te twisten). Toch zijn de gespreksgangers nog in overweging over de uiteindelijke conclusie. De conversatie krijgt door deze ‘op zich’ een filosofisch tintje. En dat is handig, want alleen binnen de filosofie valt het benoemen van Mondriaan tot een romantische schilder te rechtvaardigen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten